Van A117 naar A113 naar 113

3
156

In de Borselse Bode van begin maart stond een dankbetuiging, twee
pagina’s groot, van de familie bij het overlijden van Jo Dijksman. In deze
advertentie stonden twee foto’s van Jo’s Café. Deze foto’s waren
aanleiding om in de voorgeschiedenis van het betreffende pand te
duiken.

Op 31 mei 1899 werd bij notaris Ph.M. de Ronde Bresser de bakkerij van
Jacoba Johanna Walker, broodbakster, verkocht aan Jacobus Minnaard
Hendrikszoon voor het bedrag van 3500 gulden. Aardig om te vermelden
is dat, volgens de bijgaande kwitantie, het salaris van de notaris 15
gulden bedroeg.
Jacobus Minnaard verkocht op zijn beurt de bakkerij met
kruidenierswinkel in1930 aan zijn zoon Adriaan Hendrik Minnaard voor
8000 gulden. Toen werd de koopakte getekend bij notaris D.C. van
Werkum. Daarna ging Jacobus met zijn vrouw wonen in het Clara’s pad,
waar hij een huis had laten bouwen.
Adriaan Hendrik (Arjaan) Minnaard, getrouwd met Jacoba Zuidweg,
waren mijn vader en moeder. Ik ben geboren in 1939 en heb een broer
en zus, beiden ouder dan ik. In het pand met huisnummer A117 aan de
Dorpsstraat heb ik mijn jeugd doorgebracht. Over die tijd is natuurlijk
veel te vertellen, maar in verband met de ruimte moet ik me tot enkele
anekdotes beperken.
Op 18 september 1944 speelde ik voor ons huis, toen een brandend
vliegtuig vlak over ons huis vloog en aan de Grote Dijk neerstortte. Dat
brandende vliegtuig en de vliegenier, die ik duidelijk zag, hebben veel
indruk op mij gemaakt. Een stuk van een parachute uit dit vliegtuig is nog
steeds in ons bezit.
Elk jaar rond kerst werd mijn vader benaderd door een vermogend
inwoner van Heinkenszand. Mijn vader kreeg dan een briefje met daarop
de namen van mensen in het dorp, die ronduit arm waren. Mijn vader
moest daar dan enkele (krenten-)broden, beschuit en ontbijtkoek
bezorgen. Wie de gever was moest strikt geheim blijven en ik heb dus
ook nooit de naam van de gever geweten.
Een merkwaardig verschijnsel was dat heel wat klanten elke dag een
zakje meel brachten waarvan brood gebakken moest worden.

Verschillende klanten leefden dan in de veronderstelling dat hun brood
apart van hun eigen meel was gebakken! In het meel zaten wel eens
‘klanders’(kevertjes die zich snel vermenigvuldigen). Mijn vader ergerde
zich daar ontzettend aan. Op een keer bakte hij de ‘klanders’ mee en gaf
het brood aan de betreffende klant. Hij zei daarbij: “Ik heb het vlees vast
maar meegebakken!”
Mijn vader stopte met het bedrijf in 1957. Hij overleed het jaar daarop.
De bakkerij werd overgenomen door Jo Minnaar (Inderdaad, zonder d)
Later is het pand een café geworden, maar daarover een andere keer
meer.
Jan Minnaard

3 REACTIES

  1. Interessant verhaal,
    Minnaard (met een d) en Minnaar (zonder d); schrijffoutje van de burgerlijke stand of verschillende families?
    Mijn ouder waren altijd klant bij Jo Minnaar, bakkers gingen toen nog langs de deuren met brood.

  2. Dag Kitty en Joop,

    Dank voor de reacties!
    Wat betreft de letter d aan het eind: dat is geen fout van de Burgerlijke Stand.
    Aan het begin van de zeventiende eeuw was mijn voorvader Marinus Sijmonsz. Minnaert.
    In de loop van de negentiende eeuw werd het Minnaard.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in