Over het probleem tussen Israël en Palestina wordt al jarenlang gediscusieerd. Ook hier besteedde men in de jaren tachtig van de vorige eeuw aandacht aan deze kwestie, zoals we lazen in een krantenknipsel dat Janna van Damme-Nijsse in een van haar plakboeken had bewaard.
Dominee Piet Schelling, die in die tijd gereformeerd predikant was in Heinkenszand, vertelt in januari 1980 in een interview met de PZC over zijn bevindingen tijdens zijn studiereis in dat gebied. Hij was daar met een groep theologen van verschillende genootschappen, 20 uit Nederland en 10 uit België. De groep heeft daar met heel veel verschillende mensen gesproken. Ze bestudeerden een aantal theologische kwesties, met name de uiterst tere verhouding tussen jodendom en christendom. De ervaringen die de joden hebben met de christelijke kerk(en) gedurende vele eeuwen, met als triest dieptepunt de opkomst van Hitler-Duitsland, hebben duidelijk sporen nagelaten.
De theologen lieten zich ook uitvoerig voorlichten door Israëli’s en Arabieren over de politieke problemen. Uit een groot aantal gesprekken met vooraanstaande Israëlische parlementsleden bleek hoe totaal verschillend zij over het vraagstuk van de Palestijnen denken. Het bleek uiterst moeilijk, volgens ds. Schelling, om de joodse gesprekspartners van het bestaansrecht van een Palestijnse staat te overtuigen. Wel discusieerden ze met elkaar of Israël er baat bij zou hebben dat er géén Palestijnse staat zou komen.
Els Bakker-van Damme, Kees van Damme en Jan Minnaard.